Haat en nijd in de zalmvisserij

In de stoffige map met handgeschreven stukken in het Nationaal Archief vond ik de sporen van sabotage! De ene visserij belemmerde de andere moedwillig in het vissen door palen in de rivierbodem te slaan. Daardoor beschadigde het kostbare zegennet van de concurrent. Waarschijnlijk zat een voorouder van me achter dit snode plan…

Het incident vond plaats in de nacht van 6 op 7 april 1862. W. van Elst en kornuiten, die toen de  visserijrechten bij Pernis pachtten, troffen op de ochtend van de 7de april andere vissers op hun plekje. Die waren druk bezig om hekken te plaatsen. Er ontstond een woordenwisseling – blijkbaar werd deze plek betwist.

De stoffige map in het Nationaal Archief.

Van Elst en zijn mannen wierpen daarop het net uit, maar kwamen er toen achter dat er palen in de rivierbodem waren geslagen. “Waaraan onze zegen vast zitten bleef en niet zonder schandelijk te scheuren eruit te haalen was!” Of de andere vissers erbij stonden te lachen, vertelt het verhaal niet.

De andere vissers waren afkomstig van zalmvisserij de Merode. Deze visserij lag verder stroomopwaarts op wat nu het eiland van Brienenoord is. “Indien de aangevoerde feiten waar zijn, konden zij den toeleg bewijzen om den tegenwoordigen pachter in de visscherij te belemmeren ten voordele van de hoger gelegen particuliere visscherij”, zo schijft de minister van Financiën in een brief. Om daaraan toe te voegen dat “het Rijk bij het welslagen der visscherij een geldelijk belang van f 10.500 ’s jaars heeft!”

…de visscherij te belemmeren…

De zalmen zwemmen stroomopwaarts de rivier op. Zou het de bedoeling zijn geweest deze visserij te saboteren, om zelf verderop meer zalmen te vangen? Of hadden ze een oogje op deze plek? Het is mij onduidelijk.

Zalmvisserij de Merode bij het eiland van Brienenoord.

De volgende brief in het archief is uit 1869. “Gedurende den tijd dat de visscherij bij van Elst in pacht is geweest, heeft men op verschillende plaatsen pogingen gedaan om in dat perceel water eene goede visscherij te stichten welke allen zijn mislukt en nog geen één jaar is met deze zaak eenig geld gewonnen”, schrijft de opziener der domeinen in Zuid-Holland. Als de zalmvissers elkaar inderdaad bleven dwarszitten, is dat ook geen wonder.

Abram Quakernaat van Spijk, zakenman te Gorinchem, pacht daarop de visserijrechten. “Aan het hoofd dezer visscherij zal geplaatst worden een deskundig man met name de Jong die niets onbeproefd zal laten de zaak zooveel mogelijk productief te maken, iets wat met het oog op de volgende verpachting voor het Rijk van het grootste belang is.”

Mijn voorouder Wim de Jong wordt de baas van de nieuwe visserij bij Pernis. En dit is – niet heel verrassend – de baas van zalmvisserij de Merode, die van het clubje saboteurs dus. Op enig moment krijgt deze zalmvisserij in Pernis de naam Oranje Nassau, maar pas in 1873 duikt die naam op in de archieven. De zegenbaas is dan mijn betovergrootvader Aart de Jong.

Het snode plan heeft dus gewerkt!

Hebbes! (plaats onbekend)

Plaats een reactie